Blogs

Wetenschap & Inspiratie

door Wendy ten Bookum 02 jul., 2020
De ontdekking van de harthersenen In onze maatschappij wordt ons geleerd dat de hersenen een leidinggevende functie hebben in het gezond houden van ons lichaam. Maar dit perspectief is slechts een deel van een veel groter verhaal. Natuurlijk regelen onze hersenen heel veel, maar ze kunnen dat niet alleen. Ze werken nauw samen met ons hart. Het hart is niet voor niets het eerste orgaan dat tot leven komt en voor onze dood als laatste stopt. Het is onderdeel van een hoogontwikkeld zenuwstelsel en informeert de hersenen over wat het lichaam op een bepaald moment nodig heeft. Oude tradities beweren dat ons hart het centrum is van onze intuïtie, onze emoties en ons geheugen en dat het de deur is naar andere rijken van het bestaan (Braden, 2018). In 1991 publiceerde een team van wetenschappers hierover een baanbrekend onderzoek… Onder leiding van J. Andrew Armour M.D. Ph.D. (2003) van de Universiteit van Montreal, publiceerde het team een artikel dat bewees dat het hart meer is dan een pomp. Het team deed onderzoek naar de relatie tussen hart en hersenen en ontdekte dat ongeveer 40.000 axonen samen een communicatienetwerk in ons hart vormen. Axonen zijn uitlopers van neuronen: gespecialiseerde cellen die informatie delen met andere cellen in het lichaam. Het was al bekend dat neuronen in grote getalen in onze hersenen en ons ruggenmerg aanwezig zijn. Maar dat axonen zich ook in ons hart bevinden en informatie overdragen, biedt nieuwe inzichten in hoe de communicatie in ons lichaam verloopt (Braden, 2018). Simpel gezegd: het team kwam tot de ontdekking dat zich hersenen in ons hart bevinden –de zogenoemde harthersenen. De harthersenen communiceren belangrijke veranderingen in hormonen en andere chemische stoffen naar onze hersenen, zodat deze de nodige maatregelen kunnen treffen. De harthersenen doen dit door de taal van het lichaam (emoties) om te zetten naar de elektrische taal van het zenuwstelsel, zodat onze hersenen de boodschap begrijpen. Er vindt dus een hoogontwikkeld tweerichtingsverkeer plaats tussen hart en hersenen, die elkaars functioneren beïnvloeden (Braden, 2018). Hoe beter het hart en de hersenen op elkaar zijn afgestemd, hoe beter dit is voor je gezondheid. Maar het hart regelt niet alleen lichamelijke functies. Het Institute of HeartMath, dat zich sinds 1991 volledig richt op onderzoek naar en het doorgronden van het volledige potentieel van het hart, heeft met vele onderzoeken inmiddels bewezen dat de toepassingsmogelijkheden van ons hartpotentieel eindeloos zijn. De onderzoeken richten zich onder andere op het gebied van hoofd/-hartcoherentie, hartintelligentie en doelbewuste zelfgenezing. Een aantal onderzoekers (McCraty, Rollin, Atkinson & Trevor Bradly, 2004) van het instituut vat dit mooi samen: ‘De kern van intuïtie is het menselijk hart. Het bezit intelligentie met een verfijndheid en grootte die we steeds beter leren begrijpen en kennen. We weten dat we deze intelligentie kunnen ontwikkelen, zodat we er veel aan kunnen hebben.’ Het gebruik van onze hartwijsheid verklaart waarom we bij een eerste ontmoeting bijna onmiddellijk weten wat we aan iemand hebben, hoe we soms vooraf al weten hoe een situatie zich zal ontwikkelen en hoe we ons immuunsysteem versterken door hartemoties als dankbaarheid, liefde en vreugde te trainen. Het verklaart ook de zogenaamde ‘geheugenoverdracht’ bij harttransplantaties: herinneringen van het hart van een donor die naar het lichaam van de ontvanger worden overgedragen. Er zijn veel verhalen bekend van ontvangers die zich met de komst van hun donorhart, nieuwe, levendige gebeurtenissen uit een ‘ander leven’ herinneren of nieuwe gedragingen hebben die niet passen bij hun oude levensstijl (Braden, 2018). Met andere woorden… Deze baanbrekende onderzoeken laten ons zien dat er veel meer mogelijk is dan we in deze westerse wereld denken. En precies bij dat ‘denken’ zit ‘m de crux… Onze voorvaderen wisten al dat juist ons hart toegang biedt tot enorme wijsheid. Voel wat dat ‘weten’ alleen al met je hart doet. Bronnen: Armour, A.J. (2003). Neurocardiology: Anatomical and Functional Principles. Heartmath Research Center, Institute of HearthMath. Braden, G. (2018). De mens als ontwerp. Van evolutie door toeval tot transformatie naar keuze: buitengewone ontdekkingen voor een gezonder en langer leven. Utrecht, Nederland: Ankh Hermes. McCraty, Rollin, Atkinson & Trevor Bradley (2003). Electrophysiological Evidence of Intuition: Part 1. The Surprising Role of the Heart. Journal of Alternative and Complementary Medicine, 10(1), 133-143.
door Wendy ten Bookum 05 jun., 2020
Paranormaal wordt normaal –dankzij de kwantummechanica In onze westerse wereld zijn denkprocessen het uitgangspunt in alles wat we zien, doen en maken. Alle kennis die we vanuit ons hoofd opdoen, wordt feitelijk getoetst aan de natuurkundige wetten van een wetenschapper die van 1643 tot 1727 leefde: Isaac Newton. Reproduceerbaarheid is één van deze wetten: wanneer iemand anders een experiment nog een keer uitvoert, moet hij of zij daar dezelfde resultaten mee behalen. Het wordt ook wel betrouwbaarheid genoemd en is één van de belangrijkste onderdelen van de wetenschappelijke methode (Saunders, Lewis en Thornhill, 2009). Het geeft een groot gevoel van zekerheid: ‘meten is weten’. Toch zien we om ons heen dat er flink geworsteld wordt met onmeetbare aspecten van ons bestaan, zoals gevoelens en gedachten. Uit ervaring weet ik dat in de sociale wetenschappen wordt geprobeerd om deze ontastbare kant te onderzoeken en verklaren, maar zodra de herhaalbaarheid in het geding komt, leidt het tot flinke discussies tussen aanhangers van kwantitatieve en kwalitatieve methoden. Best vreemd. Want als je er goed over nadenkt: eigenlijk is het best raar dat we ons nog steeds zo krampachtig vasthouden aan de inzichten van een man die in 1727 zijn ogen sloot. Gelukkig zijn er in inmiddels nieuwe wetenschappelijke theorieën en ontdekkingen, die het niet-tastbare proberen te verklaren en door pioniers steeds begrijpelijker worden uitgelegd. Eén daarvan is de kwantummechanica: een moderne, natuurkundige theorie. De ontwikkeling daarvan kwam in 1927 op gang. Onder andere Albert Einstein en Niels Bohr behoorden tot de club mensen die hierover nadacht. De kwantummechanica vertelt ons –in tegenstelling tot de klassieke natuurkunde- dat er geen waarnemersonafhankelijke werkelijkheid is. Oftewel: de keuze die de waarnemer maakt bij een onderzoek, bepaalt de uitkomst (Kraaijvanger, 2017; Visser, 2020). ‘Meten is weten’ geldt dus eigenlijk alleen voor de waarnemer en zou je beter ‘Weten is meten’ kunnen noemen… De uitkomst van een experiment hangt af van de waarneming van de onderzoeker. De theorie richt zich op de (vrijwel) allerkleinste deeltjes die we kennen. Het laat zien dat een atoom voor 99,99999% uit lege ruimte bestaat en voor 0,00001% uit fysieke materie. Elektronen bewegen zich als golven rond de kern van de atoom, die bestaat uit protonen en neuronen (Kraaijvanger, 2017; Visser, 2020). Deze theorie heeft de wetenschappelijke wereld op zijn grondvesten doen schudden. Want vertaald naar ons dagelijks leven betekent dit dat 'vaste materie' helemaal niet bestaat! Een tafel líjkt misschien uit vaste materie te bestaan, maar feitelijk kijk je grotendeels naar een lege ruimte met atomen die zich golvend, volgens een vast patroon, bewegen. De trillingsfrequentie van de tafel is dermate laag, dat je hem als vaste materie kunt waarnemen. Het zijn energiedeeltjes die zichzelf in stand houden, waardoor jij de tafel als zodanig ervaart. Maar de kwantummechanica impliceert nog veel meer dan dat… We creëren onze eigen werkelijkheid, iedereen leeft in zijn eigen illusie en we gebruiken slechts 0.00001% van wat we zijn: de fysieke materie. Niemand kent de échte waarheid (Oostrom, 2017). Ook dat wat we niet zien, bestaat uit energie en bevat dus informatie. Ons bewustzijn, oftewel onze intentie, heeft invloed op die energie. En die (niet-zichtbare) energie heeft vervolgens weer invloed op ons eigen energieveld (Zelders, 2018). Materie kan zelfs ontstaan uit energie. En: de experimenten laten zien dat materie op meerdere plaatsen tegelijk kan zijn. Zonder vertraging kan het ene deeltje invloed uitoefenen op een deeltje dat zich duizenden kilometers verder bevindt (Kraaijvanger, 2017; Visser, 2020). Oftewel: verleden, heden en toekomst bestaan alleen in hoofd… Heftig. Taaie stof om eens rustig over na te denken. Niels Bohr zei niet voor niets: ‘Als kwantummechanica jou nog niet diep geschokt heeft, dan heb jij het nog niet begrepen.’ Kort samengevat kunnen we zeggen: alles bestaat uit energie en alles staat in verbinding met elkaar. De ‘nieuw’ ontdekte wetten uit de kwantumwereld blijken dus een wetenschappelijke ondersteuning te bieden aan eeuwenoude spirituele wetten en paranormale verschijnselen (Leven in God, 2020). Paranormale (‘naast het normale’) verschijnselen, die met klassieke natuurkunde niet verklaard konden worden, kunnen binnen dit wetenschappelijk kader dus wel voor normaal aangezien worden. Het is een kader dat ruimte en tijd te boven gaat en precies dát doet zich bij paranormale verschijnselen voor. Het lijkt er dus op dat we verstandelijk nu kunnen gaan verklaren hoe de niet-zichtbare wereld van grote invloed is op ons bestaan. Fijn, want ons hart wist al dat er meer moest zijn tussen hemel en aarde… En ons hoofd heeft er (voor nu!) ook een theorie voor ontwikkeld. Bronnen: Kraaijvanger, C. (2017). De Quantummechanica: onbegrijpelijk, maar o zo fascinerend. Geraadpleegd van https://www.scientias.nl/kwantummechanica-onbegrijpelijk-o-zo-fascinerend/ Leven in God (2020, 3 april). Wat is kwantumfysica? Geraadpleegd van https://www.leveningod.nl/wat-is-kwamtumfysica.html. Oostrom, I., Linskens, S., Sharma, V. (2017). Hypnose de sleutel tot eigen kracht. Oosterhout, Nederland. Saunders, M., Lewis, P., Thornhill, A. (2009). Research methods for business students. Essex, England. Visser, H. (2020). Wat zouden we zijn zonder kwantummechanica. Geraadpleegd van https://npofocus.nl/artikel/7701/waar-zouden-we-zijn-zonder-kwantummechanica Zelders, W. (2018). Handboek energetische basiskennis. Hoe energie voor jou werkt. Esserveen, Nederland: Akasha.
door Wendy ten Bookum 08 mei, 2020
Hypnose: nog ouder dan de weg naar Rome Hypnose is een enorm krachtig middel om je mentale en fysieke gezondheid te verbeteren. Hoewel het enorme potentieel van hypnosetechnieken nog steeds wordt ondergewaardeerd, krijgt het gelukkig steeds meer aandacht van de wetenschap. Inmiddels is bewezen dat door klinische hypnose pijn, angst en depressie vermindert (Spiegel, 2007). Ook heeft het effect op de langere termijn. Dit komt vooral door de zelfhypnose die cliënten blijven toepassen (Cuellar, 2005). En toch: niets nieuws onder de zon. Wist je dat hypnose al zo oud is als de mensheid?! Hypnose is afgeleid van Hypnos, de Griekse god van de slaap. Helaas niet de allerbeste naamkeuze... Hypnose heeft namelijk niets te maken met slaap, maar is een kunstmatig opgewekte trancestaat; het is geaccepteerde verbeeldingskracht. De Egyptenaren pasten al trance toe bij verschillende genezingsprocessen. Dat deden ze in slaaptempels. Ook in het oude Griekenland werd in tempels de droomstaat gebruikt voor genezing. De moderne geschiedenis van hypnose start bij Anton Mesmer (1734-1815). Daar is 'mesmerized' dan ook van afgeleid. Mesmer staarde patiënten in de ogen. Door met zijn handen bewegingen boven het hoofd te maken, kon hij mensen in beroering brengen en hen genezen (Oostrom, 2017) De inzichten van Mesmer zijn een belangrijke basis geweest voor de verdere ontwikkeling van hypnose in de westerse wereld. Zo werd na Mesmer door James Braid (1795-1860) ontdekt dat vermoeide oogspieren kunnen helpen om iemand in een staat van hypnose te brengen. En door James Esdaile (1808-1859) nam in de 19de eeuw het sterftecijfer enorm af door het gebruik van hypnosetechnieken. Ook Sigmund Freud (1856-1939) heeft hypnose beoefend, vanuit zijn aandacht voor het onderbewustzijn (Oostrom, 2017). Vanaf de 20ste eeuw is Dave Elman (1900-1967), naast Milton Erickson (1901-1980), een belangrijke naam in de hypnose wereld. Dave Elman werd bekend door zijn directe vorm van hypnose. Hoe dat zo kwam? De vader van de jonge Dave Elman was ernstig ziek. Vlak voor zijn dood heeft Dave, dankzij een hypnosesessie, nog met zijn vader kunnen spelen. Dat heeft een onuitwisbare indruk op hem achtergelaten. Het heeft er zelfs voor gezorgd dat hij een groot deel van zijn leven heeft gewijd aan het trainen van artsen en psychiaters in hypnose. Elman is vooral bekend geworden om zijn snelle inductiemethode (Oostrom, 2017). Hij heeft hier flink mee geëxperimenteerd en hypnose daarmee doorontwikkeld. Milton Erickson staat vooral bekend om zijn indirecte hypnose: een combinatie van psychotherapie met de trancestaat. De directe vorm van hypnose van Dave Elman pas ik toe in mijn eigen praktijk. Dat heb ik geleerd van het OMNI Hypnoses Institute in Nederland. Gerald Kein (1939-2015) is de oprichter van dit instituut dat zijn oorsprong kent in Californië en inmiddels op meer dan 20 verschillende locaties in de wereld is gevestigd. Gerald kwam op 13-jarige leeftijd, na lang zeuren, in contact met Dave Elman en heeft de fijne kneepjes van hem geleerd. Al sinds 1979 zijn inmiddels duizenden mensen opgeleid (OMNI, 2020). En dat is mooi, want zo wordt eeuwenoude kennis in een modern jasje gestoken -en daar wordt de wereld toch een stukje mooier van. Bronnen: Cuellar, N.G. (2005). Hypnosis for Pain Management in the Older Adult. Pain Management Nursing, 6 (3), 105-111. OMNI Hypnosis (2020, 29 april). How OMNI began: OMNI – a reference in the world of hypnosis since 1979. Geraadpleegd van https://omnihypnosis.com/about-omni/how-omni-began . Oostrom, I., Linskens, S., Sharma, V. (2017). Hypnose de sleutel tot eigen kracht. Oosterhout, Nederland. Spiegel, D. (2007). The Mind Prepared: Hypnosis in Surgery. Journal of the National Cancer Institute, 99 (17).
Meer posts
Share by: